planetaire nevels

WGAS: Planetaire nevels en spectroscopie

De naam 'planetaire nevel' werd door William Herschel rond 1784 gegeven aan (meestal) ovale astro-objecten die een kleine telescoop op de toen gekende grote planeten leken. De eerste planetaire nevel, M27 of de Halternevel, werd ontdekt door Charles Messier in 1764. Zoals wij nu weten, zijn deze objecten zeker geen planeten. Meer nog, ze behoren zelfs niet tot ons zonnestelsel. Deze deepsky objecten bestaan uit geïoniseerd gas. Meestal volstaat een laag resolutie spectrum om de vele emissielijnen te bepalen. Een 'kleine' uitdaging dus voor de amateurspectroscopist.

Planetaire nevels: ze hebben een verkeerde naam maar ze zijn niet misbegrepen

Soms zijn de namen van objecten zeer misleidend. Zo zijn zeesterren eigenlijk geen vissen (het zijn stekelhuidigen) en zijn cavia's op geen enkele manier verwant aan varkens (het zijn knaagdieren). Evenzo hebben planetaire nevels niets met planeten te maken. Ze kregen een verkeerde naam toen wetenschappers die in de 19e eeuw door kleine telescopen keken, dachten dat deze objecten op planeten leken.

WGAS: Fred's 200 planetaire nevels

Vergeleken met het aantal open sterrenhopen of sterrenstelsels zijn er maar weinig planetaire nevels aan de hemel. Zo telt de Messierlijst slechts 4 exemplaren. Maar dat maakt deze deepskyobjecten niet minder interessant om te observeren! Een goede leidraad bij het waarnemen is een lijst van 200 planetaire nevels opgesteld door Fred Hissink. Jef De Wit duikt voor de pauze in de geschiedenis en staat stil bij belangrijke figuren als Messier, Herschel, Minkowski en Abell.