Betelgeuse koelt af aan het einde van zijn leven

 

Eind 2019 begon de rode superreus die het dichtst bij de aarde staat, Betelgeuse, snel in helderheid te vervagen. Aanvankelijk werd het beschouwd als een teken dat de ster op het punt stond om supernova te worden of dat er een stofstorm was. Nu hebben wetenschappers ontdekt dat deze werd veroorzaakt door een gigantische stervlek die 10% kouder is dan de rest van het oppervlak van de ster.

Betelgeuze is de heldere rode ster linksboven in het sterrenbeeld Orion, op ongeveer 500 lichtjaar van de aarde. Als een zogenaamde rode superreus is de ster 900 keer groter dan de zon en bereikt hij het einde van zijn leven. Eind 2019 begon de ster plotseling te vervagen en tegen februari 2020 was hij nog maar half zo helder als voorheen. 

Bij de foto: Artistieke impressie van Betelgeuze met grote stervlekken. Professor Albert Zijlstra van The University of Manchester was een auteur van de nieuwe onderzoeksresultaten. “Ter vergelijking: een typische zonnevlek is de grootte van de aarde. De Betelgeuse-sterrenvlek zou honderd keer groter zijn dan de zon. De plotselinge vervaging van Betelgeuze betekent niet dat het supernova wordt. Het is een superreus die een supergrote stervlek laat groeien. ” zei professor Zijlstra (verbonden met de University of Manchester en mede-auteur van de nieuwe onderzoeksresultaten). Foto: Graphics Department / MPIA, Heidelberg, Duitsland.


Als Betelgeuze de zon in het midden van het zonnestelsel zou vervangen, zouden de aarde en Mars zich binnen de ster bevinden en zou Jupiter het oppervlak afromen. De oorzaak van zijn plotselinge vervaging was onduidelijk en wetenschappers dachten aanvankelijk dat dit kon worden veroorzaakt door een stofwolk rond de ster of dat de ster op het punt stond supernova te worden. Dit gebeurde niet en de ster begon zich te herstellen en tegen mei 2020 was hij weer op zijn oorspronkelijke helderheid.

Nu heeft een internationaal team van astronomen radiotelescopen gebruikt om de ware oorzaak van de vervaging te vinden. Ze gebruikten de James Clerk Maxwell-telescoop (JCMT) op Hawaï. Deze telescoop, gebouwd door het Verenigd Koninkrijk en bediend door de East Asian Observatory in Taiwan, detecteert het licht dat afkomstig is van stofdeeltjes die zich rond de ster hebben gevormd. De astronomen ontdekten dat ook deze emissie was afgenomen.

Ter vergelijking: een typische zonnevlek is de grootte van de aarde. De Betelgeuse-sterrenvlek zou honderd keer groter zijn dan de zon. De plotselinge vervaging van Betelgeuze betekent niet dat het een supernova wordt. Het is een superreus die een supergrote stervlek laat groeien.

De wereldwijde samenwerking omvatte Albert Zijlstra en Iain McDonald van de Universiteit van Manchester en er waren astronomen uit Duitsland, de VS en Chili bij betrokken. Het team werd geleid door Thavisha Dharmawardena van het Max Planck Institute for Astronomy en publiceerde hun bevindingen in The Astrophysical Journal Letters. Het team bevestigt dat de vervaging niet het gevolg was van stofdeeltjes, maar van de vorming van sterrenvlekken die nu tot tweederde van Betelgeuze bedekten. De waargenomen sterrenvlekken hebben een temperatuur van 3500 graden Celsius, ongeveer 10% koeler dan de rest van het oppervlak van de ster.

Auteur: Jan Vyvey.
Bron: University of Manchester