De Ster van Bethlehem: lost astronomie het mysterie op?

Er circuleren al langer theorieën onder astronomen over wat de “ster” geweest kan zijn, waarover Mattheüs het heeft in zijn Evangelie. Vaak wordt aangenomen dat de wijzen of magiërs eigenlijk Oosterse astrologen waren die in de ster een bijzonder voorteken zagen over de geboorte van de koning der Joden.

 

URANIA ASTRONOMIE LEZING OVER DE STER VAN BETHLEHEM

 

 

  

In de loop der jaren zijn er verwoede pogingen gedaan vanuit de astronomie om het verschijnsel te verklaren. Er zijn over het algemeen twee soorten denkpistes te onderscheiden. Zij die ervan uitgingen dat er een sterachtig object te zien was zoals: een nova (ontplofte ster), een komeet, een heldere meteoor of een planeet. En zij die uitgaan van een samenstand van hemellichamen. Dit heeft immers een grote betekenis in de astrologie.

In deze categorie valt onder meer de theorie van Michael Molnar, met betrekking tot maanbedekkingen. Die kan bij hedendaagse astronomen trouwens op veel bijval rekenen. De theorie beschrijft hij uitvoerig in zijn boek: “The Star of Bethlehem: The Legacy of the Magi” (1999). Hij steunt daarbij vooral op de symbolieke waarde van de twee bedekkingen van Jupiter door de maan in 6 v.Chr. Deze vonden immers plaats overdag en konden dus niet rechtstreeks worden waargenomen. De Oosterse astrologen waren in die tijd wel al in staat om dit te berekenen. Het hemelverschijnsel visueel waarnemen zou dus niet nodig geweest zijn. Als het gaat om zichtbare hemelverschijnselen, biedt de theorie van Craig Chester, mede oprichter en voormalig voorzitter van the Monterey (Californië) Institute for Research in Astronomy, meer soelaas. Hij publiceerde eerder al een paper over de Ster van Bethlehem in de herfst van 1993. Wat volgt is een vrije vertaling van deze paper.

Het verhaal van de ster in het oosten

De Bijbel en meer bepaald het tweede hoofdstuk van de apostel Mattheüs, de magiërs uit het Oosten, is het enige verhaal waarin de Ster van Bethlehem voorkomt:

[1] Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, ten tijde van koning Herodes, kwamen er uit het Oosten magiërs in Jeruzalem aan. [2] Ze vroegen: 'Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Want wij hebben zijn ster zien opkomen en wij zijn gekomen om Hem te huldigen.' [3] Toen koning Herodes hiervan hoorde, schrok hij, en heel Jeruzalem met hem. [4] Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen en wilde van hen weten waar de Messias geboren zou worden. [5] Ze zeiden hem: 'In Betlehem in Judea. Want zo staat het geschreven bij de profeet: [6] Betlehem, land van Juda, u bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leider voortkomen, die herder zal zijn van mijn volk Israël.' [7] Toen riep Herodes de magiërs in stilte bij zich en vroeg nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. [8] Hij stuurde hen naar Betlehem met de woorden: 'Ga een nauwkeurig onderzoek instellen naar het kind. Wanneer u het gevonden hebt, laat het mij dan weten; dan kan ook ik het gaan huldigen.' [9] Toen ze de koning aanhoord hadden, gingen ze weg. Opeens ging de ster die ze hadden zien opkomen voor hen uit, tot ze bleef staan boven de plaats waar het kind was. [10] Toen ze de ster zagen, werden ze met buitengewoon grote vreugde vervuld. [11] Ze gingen het huis binnen en zagen het kind met zijn moeder Maria. Ze vielen op hun knieën en huldigden het. Ze haalden hun schatten tevoorschijn en gaven Hem goud, wierook en mirre als geschenk. [12] En omdat ze in een droom gewaarschuwd waren om niet naar Herodes terug te keren, namen ze de wijk en gingen ze langs een andere weg naar hun land terug.

The Adoration of the Magi: een schilderij van de Italiaanse kunstenaar Giotto Di Bondone, waarschijnlijk geschilderd rond 1320. (metmuseum.org)

De Geschiedenis van het verhaal

Om het verhaal te kunnen begrijpen, moeten we het bekijken in de context van zijn tijd. Wie waren deze magiërs? En waar kwamen ze vandaan? Het woord magiër is een afgeleide van het Oudperzische woord Magus, wat zoveel betekent als priester, bezielers van o.a. de astrologie. Vaak naar gerefereerd als “wijzen”, toepasselijk voor het aanzien dat ze genoten. De groep magiërs (Mattheüs maakt nooit melding van het getal 3) kwamen van het Oosten. Het zouden Zorroasters, Meden, Perzen, Arabieren of zelfs Joden kunnen zijn geweest. Adviseurs aan het hof die voorspellingen deden voor koningen op basis van de studie van de sterren. Ze gingen vaak van hof tot hof, waarin het niet ongewoon was dat ze grote afstanden aflegden om de geboorte van een prins of de kroning van een koning bij te wonen. Het mag dus niet verwonderen dat Mattheüs hen vermeldt als bevestiging van het koningschap van Jezus, of dat Herodes hun bezoek zeer ernstig nam.

Wanneer kwamen deze magiërs dan aan in Judaea? Vanzelfsprekend is de juiste datering belangrijk indien we een verband willen aantonen met de sterrenkunde. We veronderstellen dat dit gebeurde rond de periode tussen 1 v.Chr. en het jaar 1, gezien dit naar conventionele gedachtegangen het tijdstip is waarop Jezus geboren werd. De kalender waarop deze tijdstippen gebaseerd zijn, werd echter berekend door de Romeinse monnik Dionysius Exiguus rond het jaar 525, lang na de eigenlijke gebeurtenis dus. Geleerden uit de eerste twee eeuwen namen aan dat Jezus geboren werd ergens tussen 4 v.Chr en 1 v.Chr. Zij leefden in een tijdstip dichter bij de eigenlijke geboorte en hadden toegang tot duizenden geschreven werken, die goed bewaard werden in uitgestrekte bibliotheken. Hun bevindingen mogen dus niet onderschat worden.

Naast het jaartal is ook de periode waarin Jezus geboren werd belangrijk, om een verband te kunnen aantonen met de sterrenkunde. Een tip vinden we in een passage van het tweede hoofdstuk van het Evangelie van Lucas:

[8] En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde.”

Als de vertelling accuraat is, dan vond de geboorte wellicht plaats in de late zomer of de vroege herfst. Tijdens die periode was het niet ongewoon dat boeren hun schapen en vee na de oogst lieten grazen op de overgebleven resten van de akkers. Deze aanwijzing is eerder suggestief en kan niet als sluitend bewijs dienen.

Het precieze tijdstip bepalen van Jezus’ geboorte is evenmin eenvoudig. Mattheüs maakt melding van twee verschillende waarnemingen, mogelijk gescheiden door een grotere tijdspanne. Eerst zagen de magiërs de Ster opkomen in het oosten, op de plek waar ze vandaan kwamen. Na hun reis naar Jeruzalem, waarvan we overigens niet weten hoe lang die geduurd heeft en wordt er niets vermeld over de relevantie van de Ster voor diezelfde reis, zien ze de Ster opnieuw boven Bethlehem.

[9] Toen ze de koning aanhoord hadden, gingen ze weg. Opeens ging de ster die ze hadden zien opkomen voor hen uit, tot ze bleef staan boven de plaats waar het kind was.”

De Ster hoeft niet noodzakelijk een helder object geweest te zijn. Bethlehem ligt slecht enkele kilometers ten zuiden van Jeruzalem en is makkelijk te vinden over de gewone weg. Er is ook een verwijzing naar het woord kind en niet naar een baby, wat doet vermoeden dat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden enkele maanden na de geboorte zelf.

Wat zijn dan de sterrenkundige mogelijkheden? Deze vraag is al vaker gesteld sinds de apologeten ze zelf voor het eerst stelde rond het jaar 250. Bijna elke sterrenkundige gebeurtenis in die periode is reeds al in verband gebracht als zijnde de Ster van Bethlehem.

Cruciaal bij deze vraag is om te weten dat het niet gaat om eender welke sterrenkundige gebeurtenis. We kunnen onszelf beperken tot diegene die van astrologisch belang waren voor de magiërs.

Het zou dus ook om een sterrenkundige gebeurtenis kunnen gaan die weinig opvallend was. Het was immers niet duidelijk voor Herodes zelf. Mocht het een onvergelijkbaar helder object zijn geweest, zoals latere schrijvers vaak vermelden, dan zouden verschillende historische bronnen hier melding van moeten maken. Het is dus veel aannemelijker dat de Ster van Bethlehem een onopvallend object was voor iedereen, behalve experts zoals de magiërs.

De dood van Herodes

Een belangrijke gebeurtenis voor de chronologie van het verhaal is de dood van Herodes, die een prominente rol speelt in het verhaal. Herodes was nog in leven toen de Ster van Bethlehem verscheen. Hij is vermoedelijk gestorven in 4 v.Chr. Bijgevolg wordt de geboorte van Jezus vaak gesitueerd tussen 7 v.Chr. en 4 v.Chr. De politieke gebeurtenissen van deze tijd zijn vooral bekend van de geschriften van Josephus Flavius, een Joodse historicus die leefde van 37 n.Chr. tot het jaar 95. Zijn getuigenissen worden tot op vandaag als zeer waardevol beschouwd.

Volgens Josephus executeerde Herodes twee rabbijnen op de nacht van een maansverduistering. Ze werden ervan beschuldigd twee jonge mannen te hebben aangezet om de gouden adelaar, die Herodes had laten plaatsen op de toegangspoort tot de Tempel in Jeruzalem, naar beneden te halen. Snel daarna kwam Herodes zelf te overlijden. Eén van zijn zonen erfde daarop de troon, net na de viering van Pasen. Er werd  lang geloofd dat de desbetreffende maansverduistering plaatsvond op 13 maart  in 4 v.Chr. Dit was echter slechts een gedeeltelijke eclips (40%) en dus moeilijk waar te nemen. Bovendien vond die slechts 29 dagen voor Pasen plaats. Het volgende zou moeten gebeurd zijn in die 29 dagen:

  • Herodes was ziek in de periode van de executie en zijn toestand verslechterde vrijwel onmiddellijk. Hij werd zelfs een tijdje behandeld door artsen, maar tevergeefs. Herodes besloot dan om met pak en zak te verhuizen naar Jericho om er te gaan baden. Ook deze behandeling was tevergeefs en hij keerde na enkele dagen weer naar Jeruzalem. Herodes voelde zijn einde naderen en om er zeker van te zijn dat iedereen om hem zou rouwen, ondanks dat hij niet populair was, beraamde hij een duister plan. Hij gaf de populaire mannelijke leiders van het land de opdracht om tot bij hem te komen in Jeruzalem. Bij aankomst sloot hij hen onmiddellijk op in de hippodroom. Hij gaf de opdracht aan zijn leger om de mannen te executeren van zodra hij gestorven was. Rouwen zou  het land doen. Dit bevel werd gelukkig nooit uitgevoerd.
  • Ondertussen had Herodes de keizerlijke toestemming gekregen uit Rome om zijn opstandige zoon Antipater te executeren, en dat deed hij ook onmiddellijk. 5 dagen later stierf hij, maar niet vooraleer hij het bevel had gegeven dat zijn begrafenis de grootste moest worden die de wereld ooit had gezien. Zijn lichaam werd gebalsemd en het leger droeg hem naar de begraafplaats zo’n 40 km van Jeruzalem. De soldaten liepen op blote voeten, zoals het hoorde in het rouwproces. Herodes’ zoon Archelaus werd tot koning gekroond en kon al enkele decreten uitvaardigen voor de viering van Pasen.

De 29 dagen, tussen de eclips van 4 v.Chr. en de daaropvolgende viering van Pasen, laten simpelweg niet genoeg tijd tussen om al deze hogervermelde gebeurtenissen te laten plaats vinden.  Hiervoor zou een minimum van tien weken nodig geweest zijn. Op 10 januari in het jaar 1 v.Chr. was er een totale maansverduistering zichtbaar in Palestina. Het vond plaats twaalf en een half weken voor Pasen. Ook andere gebeurtenissen wijzen in de richting van het jaar 1 v.Chr. als het jaar waarin Herodes gestorven is. Als we mogen geloven dat Herodes effectief stierf in de lente van het jaar 1 v.Chr. dan kunnen we ook 3 v.Chr. en 2 v.Chr. mee in beschouwing nemen in onze zoektocht naar de Ster van Bethlehem.

Het jaar 2 v.Chr. was het 25-jarig bestaan van Keizer Augustus en de 750ste verjaardag van de stichting van Rome. Door de vele geplande vieringen was het Romeinse rijk in vredestijd. De deuren van de tempel van Janus werden voor de 3de keer in de Romeinse geschiedenis gesloten. Om hun keizer te eren, moest het volk vanuit een gebogen positie simultaan rechtstaan en Augustus pater patriae (vader van het land) uitroepen. Om dit evenement in goede banen te leiden en iedereen erbij te betrekken werd een census (volkstelling) afgekondigd. De volkstelling in het hele Romeinse rijk wordt beschreven in het Evangelie van Lucas. Door deze census moesten Jozef en Maria naar Bethlehem trekken.

 De maansverduistering van 10 januari 1 v.Chr. was te zien vanuit het heilige land. Rekening houdende met de Juliaanse tijdrekening. (NASA)

De astronomie in het verhaal

Welke sterrenkundige gebeurtenissen, mogelijk in het jaar 3 of 2, zouden in verband kunnen gebracht worden met de Ster van Bethlehem?

Gedacht werd aan novea. Een onopvallende ster, die plotsklaps dagen tot zelfs weken zeer helder werd. Er zijn echter geen meldingen van zo’n nova terug te vinden, daarenboven is het onduidelijk wat de astrologische betekenis ervan zou zijn.

Kometen zijn dan weer gepaste kandidaten, omdat: ze sporadisch voorkomen, bewegen, en schijnbaar neerwaarts naar de aarde toe wijzen. Bekende kometen uit die tijd, zelfs de komeet Halley in 12 v.Chr., waren helaas niet indrukwekkend genoeg om het te kunnen geweest zijn. Bovendien werden kometen als onheilsbrengers aanzien. De magiërs zouden dus eerder de andere kant opgaan, dan ze tegemoet te gaan. Meteoren en vuurbollen zijn nog minder geschikt doordat ze slechts een fractie van een seconde zichtbaar zijn.

De conjunctie (samenstand) van planeten werd lang aanzien als een goede kandidaat. Hoe dichter de hemellichamen bij elkaar komen, hoe spectaculairder de gebeurtenis en hoe relevanter ze is voor de astrologie. In 3 v.Chr. en 2 v.Chr. waren er een reeks samenstanden met de gasreus Jupiter. De planeet die symbool staat voor het koningschap en dus relevant is voor de geboorte van koningen. In het Hebreeuws was Jupiter gekend als Sedeq of rechtschapenheid, een term die ook gebruikt wordt voor de Messias. In de maand september van het jaar 3 v.Chr. stond Jupiter in samenstand met de ster Regulus, de ster van het koningschap en tevens de helderste ster van het sterrenbeeld Leeuw. De Leeuw was dan weer het sterrenbeeld van koningen en werd geassocieerd met de Leeuw van Judea. De koninklijke planeet naderde de koninklijke ster in het koninklijke sterrenbeeld verwant met het jodendom. Eén maand eerder waren ook Jupiter en Venus zeer dicht bij elkaar in de buurt te zien, alweer een spectaculaire samenstand dus. Opnieuw gebeurde dit in het sterrenbeeld Leeuw. Bovendien vond de samenstand van Jupiter en Regulus niet één, maar tweemaal plaats, in de maanden februari en mei van het jaar 2 v.Chr. Tot slot was er in de maand juni van dat jaar een nog spectaculairdere samenstand van Venus en Jupiter. Tezamen leken ze één hemellichaam te vormen boven de ondergaande zon. Deze uiterst zeldzame gebeurtenis kon onmogelijk aan de magiërs zijn voorbij gegaan.

Deze impressionante reeks van hemelverschijnselen en het astrologische belang ervan, moet vrijwel zeker gezien zijn door de magiërs als een voorteken dat wees op de geboorte van de koning van Israël.

11 september 3 v.Chr., is wellicht de meest interessante datum van allemaal. Niet alleen was Jupiter zeer dicht bij Regulus te zien in hun eerste conjunctie, maar de zon stond toen ook samen met de nieuwe maan (schijngestalte van de maan) in het sterrenbeeld van de Maagd (een opvallende symbolische betekenis). Dit hemelverschijnsel kan geïnterpreteerd worden uit een passage uit de Openbaring. Die beschrijft de geboorte van een jongetje die later heerser van het universum zou worden. Opmerkelijk, 11 september in 3 v.Chr. is ook het begin van het Joodse nieuwjaar, traditioneel gezien als de verjaardag van Noah’s landing na de Zondvloed.

Als Jupiter de Ster van Bethlehem was of een onderdeel van een reeks hemelverschijnselen die de magiërs aanzetten tot een bezoek aan Herodes, hoe bezien we de planeet dan in hun reis naar Bethlehem? Hij zou te zien moeten zijn aan de hemel in zuidelijke richting en vrij hoog boven de horizon, wat mogelijk is. Maar kan Jupiter ook gestopt zijn boven Bethlehem?

Het antwoord is ja. Het woord “stop’ werd gebruikt voor wat we nu kennen als het stationair punt van planeten. Een planeet beweegt normaal in oostelijke richting door de sterrenhemel van nacht tot nacht en maand tot maand, maar maakt met regelmaat ook een retrograde lus. Wanneer de planeet in oppositie komt te staan (tegenover de zon), lijkt ze langzaam stil te vallen om dan weer de andere kant uit te gaan in westelijke richting. Na enkele weken lijkt ze opnieuw langzaam stil te vallen om uiteindelijk haar oorspronkelijke beweging (oostwaarts) te hervatten. Het is mogelijk dat de magiërs bij de aanblik van Zijn ster, Jupiter, met buitengewoon grote vreugde vervuld werden. Die op dat moment schijnbaar stil hing boven Bethlehem. We weten zeker dat Jupiter een retrograde lus maakte in 2 v.Chr. en dat ze schijnbaar stationair was op 25 december. Opmerkelijk, het gebeurde tijdens Chanoeka, en op de datum die later gekozen werd voor het vieren van kerstmis.

 

Samenstand van Jupiter en Regulus in het sterrenbeeld Leeuw, met de nieuwe maan, de zon en Venus in het sterrenbeeld Maagd op 11 september 3 v.Chr.

Hierbij werd rekening gehouden met het verschil tussen de Gregoriaanse en de Juliaanse kalender! (Stellarium)

Kritische noot

In oktober 2014 vond er in het Nederlandse Groningen een groot colloquium plaats (wetenschappelijk debat) over de Ster van Bethlehem. Vooraanstaande experten uit verschillende vakgebieden verzamelden er om het raadsel voor eens en voor altijd te ontrafelen. Hun bevindingen werden gepubliceerd in een klepper van formaat: “The Star of Bethlehem and the Magi” (2015).

Enkele voorname conclusies die niet enkel de bovenstaande theorie, maar zowat alle bestaande theorieën ontkracht zijn:

  • Er is geen enkel geschreven astrologisch werk uit de oudheid waarin de geboorte van een koning voorspeld werd aan de hand van de stand van de planeten. De geboorte van een koning werd dus wellicht nooit door astrologen op voorhand voorspeld.
  • Van de magiërs (magoi in Griekse werken) wordt aangenomen dat het astrologen waren. In het Romeinse Rijk stond het woord magoi of magi inderdaad bekend voor tovenaars, waarzeggers en astrologen, maar, zo merken historici op: in het begin van onze tijdrekening was dat nog niet het geval. Volgens hen stond het Perzische woord Magus wel degelijk voor priesters, maar hielden die zich niet bezig met voorspellingen.
  • De grootste kritiek berust hem in de eigenlijke bron zelf, waarop wetenschappers zich baseren. Is de evangelie van Mattheüs wel betrouwbaar genoeg om als basis te dienen voor een wetenschappelijke hypothese? De twee evangelies die de geboorte van Jezus vermelden (Mattheüs en Lucas) spreken elkaar immers vaak tegen als het gaat over de omstandigheden waarin Jezus geboren zou zijn. Bovendien zijn de evangelies geen historische werken. Ze zijn immers bijna een eeuw na de eigenlijke gebeurtenis geschreven.

De Ster van Bethlehem moet dus wellicht als een mythe worden beschouwd. Een vrijheid van de schrijver om de symboliek in het werk te concretiseren in een schitterende ster. Alle verwoede pogingen ten spijt, zal bijgevolg nooit kunnen aangetoond worden wat de Ster van Bethlehem zou kunnen geweest zijn.