Jupiters ‘wandeling’ door ons zonnestelsel duurde 700.000 jaar

Jupiter is vanaf de zon gezien de vijfde en tevens grootste planeet van ons zonnestelsel. Net als Saturnus is Jupiter een gasreus, hij beschikt dus niet over een vast oppervlak. Zoals de aardse planeten terrestrische planeten genoemd worden, worden gasreuzen ook wel Joviaanse planeten genoemd. Deze naam is afkomstig van het Latijnse Iovis, de genitief van de naam Jupiter. Joviaans betekent vrij vertaald Jupiterachtig of van Jupiter. De planeet is naar de Romeinse oppergod Jupiter vernoemd.

Pioneer 10 was de eerste ruimtesonde naar Jupiter en werd op 3 maart 1972 gelanceerd. Op 3 december 1973 scheerde Pioneer 10 op een afstand van 130.000 km langs Jupiter en stuurde de eerste detailopnames naar de Aarde. Pioneer 11 werd 6 april 1973 gelanceerd en bereikte op 4 december 1974 het Jupitersysteem; hij naderde Jupiter tot 34.000 km en bracht daarna op 1 september 1979 een bezoek aan Saturnus.

22 maart 2019

Al een tijdje weten astronomen dat de grote gasplaneten bij andere sterren zich vaak heel dicht bij hun ‘zon’ bevinden. Vermoed wordt dat deze planeten op veel grotere afstand van de ster zijn gevormd en vervolgens naar binnen toe zijn gemigreerd. Iets vergelijkbaars is waarschijnlijk ook in ons eigen zonnestelsel gebeurd. Onderzoekers van de universiteit van Lund (Zweden) en andere instituten zijn met behulp van geavanceerde computersimulaties nagegaan welk pad de planeet Jupiter 4,5 miljard jaar geleden – toen de planeten van het zonnestelsel nog ‘in aanbouw’ waren – moet hebben gevolgd.

Jupiter was op dat moment niet veel groter dan de aarde. De resultaten laten zien dat Jupiter zich in dat stadium vier keer zo ver van de zon bevond als nu.

Dat wordt afgeleid uit de verdeling van de duizenden planetoïden die dezelfde baan volgen als Jupiter, maar voor- of achterlopen op de planeet – de zogeheten Trojanen. Er blijken vóór Jupiter ongeveer anderhalf keer zoveel Trojanen te zijn als achter hem. Aan de hand van hun computersimulaties hebben de wetenschappers vastgesteld dat deze asymmetrie alleen kan zijn ontstaan wanneer Jupiter op vier keer zo grote afstand van de zon is gevormd en naar zijn huidige positie is gespiraald. Tijdens dat proces zou hij met zijn zwaartekracht meer Trojanen vóór zich hebben ingevangen dan achter zich. Volgens de berekeningen heeft de migratie van Jupiter ongeveer 700.000 jaar geduurd.

De spiraalbeweging zou zijn veroorzaakt door de afremmende werking van het vele gas dat zich toen nog in dat deel van de protoplanetaire schijf rond de zon bevond. Datzelfde gas zorgde ervoor dat Jupiter zijn huidige grote omvang kon bereiken.

Ook de overige reuzenplaneten – Saturnus, Uranus en Neptunus – kunnen zo’n migratie hebben meegemaakt. Als bovenstaand scenario klopt, dan zouden de Trojanen wel eens uit hetzelfde materiaal kunnen bestaan als de vaste kern die (vermoedelijk) in Jupiter schuilgaat.