Spiraalpracht opgesierd door uitdovende supernova

Op ongeveer 35 miljoen lichtjaar van de aarde, in het sterrenbeeld Eridanus, staat het spiraalstelsel NGC 1637. In 1999 werd de serene aanblik van dit stelsel verstoord door de verschijning van een zeer heldere supernova. Astronomen die de nasleep van deze explosie met de Very Large Telescope van de ESO-sterrenwacht op Paranal onderzochten, hebben ons een verbluffend beeld van dit betrekkelijk nabije sterrenstelsel verschaft.

Supernovae behoren tot meest gewelddadige gebeurtenissen in de natuur. Ze markeren de oogverblindende dood van sterren en stralen soms feller dan al het licht van de miljarden sterren van hun moederstelsel bij elkaar.

In 1999 maakte de Lick-sterrenwacht in Californië melding van de ontdekking van een nieuwe supernova in het spiraalstelsel NGC 1637. Hij werd opgespoord met een telescoop die speciaal was gebouwd om naar deze zeldzame, maar belangrijke hemelobjecten te speuren. Vervolgwaarnemingen werden aangevraagd om de ontdekking te bevestigen en verder te onderzoeken. De supernova werd veelvuldig waargenomen en kreeg de aanduiding SN 1999em. Na zijn spectaculaire explosie in 1999 hebben wetenschappers de helderheid van de supernova, die in de loop van de jaren geleidelijk afnam, nauwkeurig gevolgd.

Vóór zijn dood was de ster die SN 1999em werd heel zwaar: meer dan acht keer de massa van de zon. Aan het eind van zijn bestaan stortte zijn kern ineen, wat de aanzet was tot een catastrofale explosie.

Tijdens hun vervolgwaarnemingen van SN 1999em hebben astronomen vele VLT-opnamen van dit object gemaakt. De combinatie daarvan geeft ons een heel duidelijk beeld van zijn moederstelsel, NGC 1637. Zijn spiraalstructuur komt op deze foto naar voren als een opvallend patroon van blauwe, jonge sterren, gloeiende gaswolken en donkere stofbanden.

Hoewel NGC 1637 op het eerste gezicht een tamelijk symmetrisch object lijkt, heeft hij enkele interessante eigenschappen. Het is wat astronomen een scheef spiraalstelsel noemen: de relatief losjes gewikkelde spiraalarm linksboven de kern strekt zich veel verder uit dan de compactere, kortere arm rechtsonder, die halverwege zijn loop doorsneden lijkt.