Stephen Hawkings biografie (1942-2018)

Stephen Hawking werd beschouwd als een van de briljantste theoretische fysici in de geschiedenis. Zijn wetenschappelijke werken over het ontstaan en de structuur van het heelal, van de oerknal tot zwarte gaten, waren vaak revolutionair. Bovendien bereikte hij met zijn boeken ook de mensen in de straat die niet zo wetenschappelijk aangelegd zijn. Hawking stierf op 14 maart 2018.

Leven tegen alle verwachtingen

De Britse kosmoloog werd geboren in Engeland op 8 januari 1942, 300 jaar na de dood van astronoom Galilei Galilei. Hij studeerde natuurkunde aan de universiteit van Oxford, ondanks de druk van zijn vader die hem liever geneeskunde zag doen. Na Oxford kwam hij terecht op de universiteit van Cambridge om de kosmos verder te onderzoeken.

In 1963, op een zucht van zijn 21ste verjaardag, werd Hawking gediagnosticeerd met ALS. Dokters vertelden hem dat hij nog 2 jaar te leven had. Dat hij zijn doctoraatsstudie zou afronden werd zeer onwaarschijnlijk geacht. Tegen alle verwachtingen in haalde hij niet alleen zijn doctoraat, maar opende hij in het daaropvolgende decennia nieuwe deuren in de studie naar het heelal.

Als gevolg van de ziekte werd Stephen steeds minder mobiel en werd hij gedwongen tot de rolstoel. Praten werd steeds moeilijker en in  1985 ontnam een luchtpijpsnede hem zijn volledige spraakvermogen. Een spraakcomputer, ontwikkelt in Cambridge, werd sindsdien zijn iconische elektronische stem.

Juist voor zijn diagnose trouwde Hawking met Jane Wilde, ze kregen 3 kinderen voor ze uiteindelijk scheidden van elkaar. Hij hertrouwde in 1995, maar scheidde uiteindelijk weer in 2006.

Een brilljante geest

Hawking bleef, ook nadat hij afgestudeerd was, in Cambridge. In 1974 werd hij geïntroduceerd in de Royal Society, een prestigieuze wereldwijde gemeenschap van wetenschappers. In 1979 kreeg hij de wereldbefaamde titel van “Lucasian Professor of Mathematics” in Cambridge.

In de loop van zijn carrière bestudeerde Hawking de basiswetten in het universum. Hij opperde dat sinds het universum een begin kent, de oerknal, er dus hoogstwaarschijnlijk ook een einde aan zou moeten komen. Samen met Roger Penrose toonde hij aan dat: Einsteins algemene relativiteitstheorie beschrijft hoe ruimte en tijd begon bij het ontstaan van het heelal en dat ze eindigen in zwarte gaten, wat suggereert dat Einsteins theorie en de kwantummechanica verenigd moeten worden.

Door middel van de beide theorieën wist Hawking dat zwarte gaten niet volledig stil zijn, maar straling uitdragen. Hij voorspelde dat, in navolging van de oerknal, zwarte gaten zo groot als protonen ontstonden, ondersteund door zowel de algemene relativiteitstheorie als de kwantummechanica.

In 2014 herbekeek hij zelfs zijn theorie om te concluderen dat zwarte gaten niet bestonden, of op zijn minst niet in de vorm die de traditionele kosmologie voor ogen had. Zijn theorie maakte komaf met het bestaan van een “horizon”, het punt waarop niets meer kan ontsnappen aan de zwaartekracht. In de plaats ervan stelde hij dat er een “schijnbare” horizon zou moeten zijn die binnen het zwarte gat verandert volgens de regels van de kwantummechanica. Deze theorie blijft echter tot op vandaag zeer controversieel.

Hawking opperde eveneens dat het heelal op zich geen harde grenzen kent, net zoals de aarde. Hoewel die laatste wel eindig is, kan je er blijven rondreizen zonder een grens tegen te komen die zou omschreven kunnen worden als een muur of een einde.

Boeken

Stephen Hawking was naast een geroemde wetenschapper ook een gelauwerd schrijver. “A Brief History of Time” werd voor het eerst gepubliceerd in 1988 en werd meteen een internationale bestseller. Hij beschreef hierin het begin en het mogelijke einde van het heelal in eenvoudige lekentaal.

Hawking bleef boeken schrijven voor mensen zonder wetenschappelijke achtergrond. Voorbeelden hiervan zijn: A Brief History of Time; The Universe in a Nutshell, The Grand Design en On the Shoulders of Giants.

Met zijn dochter Lucy schreef hij een fictiereeks over het ontstaan van de ruimte voor kinderen uit het lager onderwijs, waaronder “George and the Big Bang.”

Hij draafde ook vaak op in televisieprogramma’s. Zo speelde hij zichzelf in hologramstijl in “Star Trek: The Next Generation” en kwam hij ook voor in de populaire reeks “Big Bang Theory.” PBS publiceerde ook een reeks educatieve documentaires over zijn theorieën, getiteld: “Stephen Hawking’s Universe.”

In 2014 werd een biografische film van hem gemaakt “The Theory of Everything.” Hawking was zeer tevreden van het resultaat en deed hem zelfs nadenken over zijn eigen leven. “Hoewel ik fysiek beperkt ben, ben ik zeer succesvol geweest in mijn wetenschappelijk werk,” aldus Stephen zelf.

"Intelligence is the ability to adapt to change," Stephen Hawking.