Dwergstelsels

Dwergsterrenstelsels zijn kleine stelsels, met een massa van ongeveer honderd keer kleiner dan ons melkwegstelsel. Ze zijn meestal bolvormig of elliptisch. Hun compact centrum en grote variatie in stersoorten onderscheidt hen van de bolhopen. Dwergsterrenstelsels hebben weinig tot geen gas en stof en bijgevolg is er nauwelijks nog stervorming. Sommige wetenschappers denken dat alle jonge sterrenstelsels dwergstelsels waren; grotere sterrenstelsels werden dan gevormd door botsingen en samenvoeging van dwergstelsels. Tegenwoordig wordt deze theorie, het hiërarchische model genoemd, echter steeds minder houdbaar.

Het grootste deel van de stelsels in onze Lokale Groep zijn dwergstelsels; vermoedelijk geldt dit ook voor andere clusters van sterrenstelsels.

Recent onderzoek toont aan dat dwergstelsels complexer zijn dan gedacht. Vroeger nam men aan dat de dwergstelsels sinds hun ontstaan maar weinig gewijzigd waren, maar wetenschappers ontdekten in 2004 een complexe structuur bij het dwergstelsel Leo A die niet te rijmen valt met die theorie.

Dat wil nog niet zeggen dat de theorie van dwergstelsels die versmelten met grotere stelsels onwaar is: in ons eigen melkwegstelsel zijn sporen gevonden van een opgeslokt stelsel, het Canis Major dwergstelsel ontdekt in 2003. Een ander dwergstelsel dat met ons sterrenstelsel aan het versmelten is werd al in 1994 ontdekt: het Sagitarrius elliptisch dwergstelsel.


Sextans A, een rechthoekig dwergstelsel.