Elliptische stelsels

Zo'n 40 % van alle sterrenstelsels zijn ellipsvormig. Deze sterrenstelsels hebben een erg heldere kern, maar meer naar de rand toe neemt hun helderheid snel af. Ze hebben een vrij eenvoudige, symmetrische structuur. Elliptische stelsels bestaan voornamelijk uit oude sterren. De stelsels bevatten immers te weinig gas- en stofwolken om nog nieuwe sterren te kunnen vormen. Hun helderste sterren zijn rode reuzen die een lichtsterkte van maar liefst 1000 maal die van de zon hebben. De sterren bewegen ongeordend doorheen het stelsel, als muggen in een zwerm. Omheen elliptische stelsels zit steeds een ruime halo met tal van bolhopen.

De grootste sterrenstelsels van het heelal zijn steevast elliptisch. Deze reuzenstelsels hebben een diameter van 500 000 lichtjaar. Ze zijn daarmee 100 keer groter dan ons eigen Melkwegstelsel. Ze zijn ontstaan uit samensmeltingen van verschillende kleine stelsels. De meeste elliptische sterrenstelsels zijn echter klein (minder dan 4000 lichtjaar in diameter).

De onderverdeling van ellipsen in nevenklassen van E0 tot E7 gebeurt op basis van de schijnbare (daarvoor niet noodzakelijk echte) verhouding tussen de lengte van de hoofdas en de kleine as. Dus een cirkelvormig stelsel is een E0-sterrenstelsel, terwijl degene met de meest elliptische vorm de aanduiding E7 krijgen. Hubble meende dat er geen ellipsen platter konden zijn dan E7.

 

Links naar rechts: M89 - E0, M60 - E1, M32 - E2

 

Links naar rechts: M86 - E3, M49 - E4, M59 - E5

 

Links naar rechts: NGC 3377 - E6, NGC 3115 - E7, NGC5866 - S0